Voorlezen is leuk en leerzaam
Waarom is voorlezen zo goed voor kinderen? Voorlezen, hoe doe je dat? Hoe houd je je kind geboeid en hoe kom je toe aan al zijn of haar vragen en opmerkingen? En lees je anders voor aan baby’s dan aan peuters? Welke boeken kun je voorlezen? En waarom is voorlezen goed voor kinderen?
Voor het slapen gaan nog samen een verhaaltje lezen of overdag met je kind een mooi prentenboek bekijken. Het is niet alleen leuk, maar ook belangrijk. Want voorlezen heeft een positief effect op woordenschat, taalgevoel en tekstbegrip.
Door regelmatig voor te lezen, leren kinderen nieuwe woorden en hoe een goede zin is opgebouwd. Ook leren ze te luisteren, zich te concentreren en wordt de fantasie gestimuleerd. Voorlezen in een rustige, sfeervolle omgeving zorgt voor aandacht, maar ook voor een gevoel van veiligheid en geborgenheid. Vooral kinderen tussen de twee en vijf jaar worden veel voorgelezen. Een kind hoeft echter nog niet te kunnen praten om voorgelezen te worden. Baby’s vinden samen lezen ook heel leuk.
Vanaf 3 maanden oud
Al vanaf het moment dat een baby nieuwsgierig om zich heen kijkt en iets kan vasthouden kun je beginnen met ‘voorlezen’. In een knuffel-, bad- of kartonboekje bekijk je samen met je baby de plaatjes en blader je rustig door het boekje. Het liefst een boekje met herkenbare onderwerpen uit de directe omgeving. Wijs de plaatjes aan en benoem ze. Doordat ze zien hoe iets eruit ziet als je het benoemt, leggen ze het verband tussen het ‘ding’ en het woord dat daarbij hoort. Gun je baby even rust als hij wegkijkt, een baby krijgt al snel te veel indrukken. Als je baby iets ouder is kun je beginnen om een boekje met korte teksten voor te lezen. Zo leert je baby hoe een goede zin is opgebouwd.
Dreumesen
Een dreumes kan luisteren naar korte verhaaltjes, waarbij duidelijke, kleurrijke en herkenbare plaatjes staan. Door te kijken naar je kind, zie je waar zijn behoefte ligt: bij het verhaal of juist bij het reageren op de plaatjes. Meestal zijn de plaatjes belangrijker dan de tekst. Slaat de tekst niet aan, laat deze dan los en richt je op de plaatjes. Een dreumes wil vooral veel zelf doen. Naast de plaatjes biedt het boek nu ook een andere uitdaging: hoe krijgt jouw kindje het voor elkaar om de bladzijdes van het boek om te slaan, met de nog grove motoriek. Dat kost inspanning, geduld en heel veel energie. Kies voor grote stevige, kartonnen boekjes of boekjes van textiel. Helemaal spannend zijn de doe-boekjes waarbij je mag voelen of ruiken, of waar je plaatjes die verstopt zijn, tevoorschijn kunt toveren.
Peuters van 2 – 4 jaar
Peuters van twee en drie jaar vinden het al leuk om een kort verhaaltje te horen bij de plaatjes. Een peuter kan al heel bewust een boek kiezen. Hij weet welk boek hij wil lezen en heeft inmiddels een eigen smaak ontwikkeld. Plaatjes kijken blijft nog belangrijk, maar maken meer onderdeel uit van het verhaal. Eenvoudige teksten met rijm en herhaling zijn een aanrader. Ze scheppen een bepaalde verwachting en helpen te voorspellen wat er komen gaat. Het kind wordt gestimuleerd om hardop ‘mee te lezen’, het roept (rijm)woorden en vult zinnen aan.
Kinderen vinden het fijn als een boek vaker voorgelezen wordt. ‘Nog een keer!’ is toch wel een uitspraak die na het voorlezen geregeld gehoord wordt. Het is een ‘feest van herkenning’, maar ook krijgen kinderen door herhaling een beter beeld van het verhaal. Herhaling zorgt er niet alleen voor dat kinderen méér woorden leren, maar ook dat hun begrip van de woorden diepgaander is Naast de kartonnen prentenboeken, kan jouw peuter ook prentenboeken van stevig papier hanteren. Wanneer hij het boek kent, kan hij soms aan de hand van de prenten het hele verhaal navertellen. Hoewel peuters al goed kunnen luisteren zijn ze ook nog graag zelf bezig. Boekjes met kleine opdrachtjes (tellen, kleuren herkennen) zijn ook erg gewild.
Kleuters vanaf 5 jaar
Interactie (samen praten over het verhaal) is van belang tijdens het voorlezen. Een kind van vijf jaar of ouder kun je al langere verhalen gaan voorlezen. Niet alleen de inhoud van boeken, maar ook de gesprekken die jullie tijdens het voorlezen hebben, zijn stimulerend. Het voorleesmoment leent zich namelijk goed voor het voeren van sociale gesprekken; tijdens het voorlezen veel vaker praat je veel vaker over wat er in iemands hoofd omgaat dan op andere momenten gedurende de dag.
Kinderen die zelf lezen
Blijf doorgaan met voorlezen, zolang je kind het leuk vindt. Soms is een verhaal nog te moeilijk om zelf te lezen of te begrijpen. Veel kinderen blijven het fijn vinden om samen te genieten van een verhaal.
Gekke stemmetjes
Door gekke stemmetjes te doen en in toonhoogte te variëren kun je je kind geboeid houden tijdens het lezen. Tijdens het voorlezen is het belangrijk dat je een prettig leestempo hanteert. Pas je tempo aan zodat iedereen het begrijpt. Het is belangrijk om tijdens het lezen goed contact te houden met het kind en steeds te kijken hoe het reageert op het verhaal. Wanneer het kind het verhaal eng vindt, kan door middel van een grapje tussen door, een andere intonatie, een andere woordkeus en eventueel het verhaal aanpassen of een stukje overslaan het verhaal minder eng gemaakt worden. Terwijl bij een kind dat geniet van een spannend verhaal, het verhaal extra spannend gemaakt kan worden door middel van intonatie.
Praat verder…
Vaak komen kinderen tijdens het voorlezen met vragen en opmerkingen. Het is goed hier op in te gaan, maar het verhaal daarna wel weer op te pakken. Nadat het verhaal dan uit is, kan nog even verder gepraat worden. Wanneer het kind zelf niet met reacties op het verhaal komt, kan het goed zijn vragen te stellen.
Esther Bleeker,
Beleidsmedewerker Pedagogiek